Notes to self #6: Unieke plekken

de-hallen-amsterdam

Ik ben niet van de ‘one-size-fits-all’ ideeën, nooit geweest. Bij elk project of advies dat ik ooit heb gedaan ben ik altijd op zoek gegaan naar de connectie met de plek zelf. Altijd gewerkt vanuit de mensen die die specifieke plek maken. Of het nu gaat om podia, evenementen of beleidsstukken. Pas als je de plek kan begrijpen, kan je een goed antwoord geven op de vraag. Welke vraag dan ook. En een plek kan je alleen begrijpen door direct met gebruikers in contact te komen. Koude data kunnen je helpen om een plek in kaart te brengen, maar niet om hem te doorgronden.

Waarom ageer ik soms tegen bepaalde stedenbouwkundige of herontwikkelingsplannen? Omdat ze zo los kunnen staan van die specifieke plek. Soms zijn het formules, soms ‘one-size-fits-all’ ideeën en heel soms een uniek idee dat echter ook net zo makkelijk op een andere plek neergezet had kan worden. Is dat fout? Nee, het kan heel goed werken. Vaak vooral als een gebied zelf nog niet zoveel karakter of identiteit heeft, of op een grensvlak ligt. Ik noem het Eye Filmmuseum. Een iconisch project dat in Amsterdam-Noord wel een heel bijzondere aantrekkingskracht heeft zo aan het IJ, maar vast ook voor een boost van Zuid-Oost had kunnen zorgen. Of kijk naar een Markthal in Rotterdam dat een enorm aanzuigende werking heeft, maar ook als het in Utrecht had gestaan.

Maar laten we nu eens stil staan bij De Hallen in Amsterdam-West. Een succes. Zeker qua aantrekkingskracht en qua hergebruik van een locatie. Het geeft het gebied een nieuw cachet. En toch. Eigenlijk past het daar helemaal niet. Het is enorm bepalend voor het karakter van dat gebied omdat het er midden in staat, maar lijkt totaal niet aan te sluiten op een groot deel van de gebruikers die al jaren in dat gebied zitten. Het is te duur, te elitair en te blank. Kom ik er? Jazeker, maar wel met een zekere weemoed. Want waar is de aansluiting bij de wijk? Ik zie hem niet. En daarmee gooi je unieke kwaliteiten, die ook vanuit dat gebied tot bloei hadden kunnen komen, weg.

Ook bij de planvorming van het oude winkelcentrum op het Buikslotermeerplein houd ik mijn hart vast. Wordt het een plan dat daar echt thuishoort, dat zijn tentakels uitspreidt in dat gebied, dat daar echt gaat landen? Of krijgen we een ‘ship from outer space’ dat vast (ik ben een positief mens) ontzettend veel kan betekenen voor de wijk en Amsterdam-Noord, in geld omgerekend. Maar dat niet aansluit op zijn huidige identiteit. Daarmee het kind met het badwater weggooiend. Juist dat kind, kan tot een unieke plek leiden. Een winkelcentrum dat zijn weerga niet kent, waar mensen zich werkelijk thuisvoelen. Wij hopen dat de kennis die we opdoen tijdens de programmastrategie voor het Buikslotermeerplein dan ook structureel van waarde kan zijn. Dat de gebruikers zelf de basis gaan vormen om die unieke plek te creëren die nergens anders had kunnen ontstaan.

[foto homepage via Retaildenkers]

Donica Buisman, oprichter van State of Flux, is bezig met een drieluik over het programmeren van publieke ruimten: een boek, een toolkit en de praktijk –het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. In ‘Notes to Self’ probeert ze ongeveer 1x in de twee weken te vertellen over haar ervaringen en de kennis die ze opdoet. Maximaal 1 A4, 1 uur werk en 600 woorden. Just getting it out there. Het doel: delen en leren.

Volg Donica via Twitter, Facebook of geef je op voor de nieuwsbrief van State of Flux.

 

Comments are closed.